MDS - Preparaat 2
Het myelodysplastisch syndroom uit zich in de meeste gevallen in afwijkingen van de neutrofiele granulocyten (bijvoorbeeld ontkorreling, afwijkende kernen). In dit geval was er vooral sprake van dysplasie van de eosinofiele granulocyten; relatief kleine eosinofielen met een overwegend monolobulaire kern. Daarnaast was er dysplasie in de megakaryopoiese te zien in de vorm van vergrote en bleke trombocyten.
Neutrofielen
Eosinofielen
Basofielen
Lymfocyten
Monocyten
Perifeer bloed

Trombocyten






Eosinofielen


























































































































































































