Vetcilinders bevatten vetdruppels (geïsoleerd of in groepen), oval fat bodies of soms cholesterolkristallen. Lipiden komen in de urine terecht bij schade aan het glomerulaire basaalmembraan. Na filtratie worden ze opgenomen door tubulaire epitheelcellen (wat leidt tot oval fat bodies) of ingebed in een hyaliene matrix, waardoor vetcilinders ontstaan. De cilinders zijn doorgaans rond, sterk lichtbrekend en variabel in diameter. De hoeveelheid lipidedruppels varieert van schaars en verspreid tot zo overvloedig dat de matrix volledig wordt gemaskeerd. In zeldzame gevallen steken cholesterolplaten uit aan de randen van de cilinder. Onder gepolariseerd licht vertonen de lipiden het kenmerkende malteserkruispatroon. Vetcilinders gaan vaak gepaard met vetdruppels of oval fat bodies in het urinesediment en zijn typisch voor patiënten met proteïnurie in nefrotisch bereik, maar kunnen ook voorkomen bij patiënten zonder nefrotisch syndroom.